Tempels en paleizen

Deze dag staat in het teken van Madurai. Om half tien komt Aneesh ons ophalen en rijden we richting de Meenakshi Amman Temple. We zien vanuit de auto een stukje van deze stad en het kan ons niet zo bekoren. Jos en ik vragen ons af waar ‘m dat in zit. Misschien wel omdat de ‘stoepen’ vaak uit zand bestaan en er overal zwerfafval ligt.
Ik zie mannen en vrouwen die aan de rand van de weg, vlak naast het voorbijrazende verkeer, met een bos samengebonden takken het zand van de straat vegen…
Het is zondag, een vrije dag voor de Indiërs. Maar de winkeltjes en kraampjes zijn allemaal open en hier en daar wordt er ook aan de weg of aan een gebouw gewerkt. En het is vandaag ook Republic Day vertelt Aneesh.

We stoppen op een parkeerplaats bij het Thirumalai Nayak Palace. Dichterbij kan Aneesh niet komen en hij helpt ons aan een tuktuk om de afstand naar de tempel te overbruggen. Leuk hoor, weer in zo’n karretje zitten.
Het laatste stukje lopen we naar de tempel, in de straten die direct rondom dit beroemde gebouw liggen, mogen geen vervoersmiddelen komen.
We bekijken één van de hoge torens van de tempel en slenteren over de brede zanderige straat verder. Waar zou nou de ingang zijn? We zien ergens veel mensen bij elkaar staan en schoenen en vooral slippers langs de kant van de weg liggen en nadat we eens even goed gekeken hebben, begrijpen we dat we daar naar binnen kunnen.

We lezen op een bord dat mobieltjes ingeleverd moeten worden. Hm. Moet dat nou echt? Dat doen Jos en Roos liever niet. We observeren wat er rondom ons gebeurt en aangezien alle mensen gewoon hun telefoon inleveren, gaan we ervan uit dat het wel goed zal gaan. We schuifelen in de stroom een paar treden op en vervolgens staat Jos geplet tussen de Indiërs in de rij om zijn en Roos’ mobiel af te geven. Als dat gebeurd is, wurmt hij zich een weg naar ons toe en we leveren daarna onze schoenen in. Ook daarvoor ontvangen we een reçu.
Oké. Dit is gelukt. Nu de volgende stap: in de rij om in de tempel te komen. Jos gaat in de mannenrij staan, Roos en ik in de rij voor vrouwen. De Indiërs kennen geen personal space en staan zo ongeveer op je lip! Roos en ik schuifelen voetje voor voetje naar voren.

Dan komt Jos terug gelopen – de rij van de mannen is veel minder lang – en meldt dat fototoestellen ook niet de tempel in mogen. Samen met Roos gaat hij terug om de camera’s in te leveren en ik blijf op een postzegel naast de rij staan om op hen te wachten. En zie al die vrouwen voorbij komen. Wat een heksenketel! Aan mensen, aan kleuren, aan stemmen. Overweldigend.
Net als ik me afvraag waar Roos en Jos toch blijven, zie ik hen op weer een ander plekje hun camera’s inleveren. Ze staan bij een klein, smal en laag loketje met daarachter allemaal kluisjes. Het derde punt om een item af te geven 😃
Als Roos weer bij mij is in de rij, schuifelen we samen verder. We moeten door een poortje waar we gescand worden en ik word door een vrouwelijke bewaker gefouilleerd. Alles is oké, maar ik moet wel mijn sokken uit doen. Die zijn kennelijk ook verboden…

En dan zijn we toch echt in de tempel. We komen eerst in een soort voorportaal met allerlei kraampjes, waar bloemenslingers, afbeeldingen van één van de goden of godinnen, armbanden en kettingen, fruit en houten beeldjes van olifanten, paarden en kamelen verkocht worden. En overal om ons heen lopen of zitten mensen en klinkt er het geluid van vele stemmen.
We lopen verder. De pilaren die het gebouw ondersteunen stellen allerlei goden/godinnen, dieren of mythische figuren voor. De plafonds en bovenranden zijn in verschillende kleuren geschilderd, de muren en de pilaren niet.
Als we even uitrusten op de traptreden die aan drie zijden rondom een bassin liggen zien we nog een hoge toren, volledig bedekt met allemaal gekleurde figuren. Ik heb een gesprekje met een Indiase man die naast me zit. Het is leuk dat je zo makkelijk even persoonlijk contact hebt!

We lopen verder de tempel in en stuiten op een gedeelte waar alleen gelovigen mogen komen. Er staat een hele lange sliert van mensen voor de toegang. Het lijkt een beetje op zo’n rij bij een attractie van de Efteling.
We zien een soort torso in een stenen bak met bovenop de nek een heuveltje van wit zand of poeder. Mensen pakken wat van dat poeder van de torso of uit de bak en vegen dat op hun voorhoofd en soms ook op beide oorlellen en op het kuiltje bij de keel. Anderen pakken wat poeder en doen dat in een teiltje dat ze bij zich dragen en waar wat fruit in ligt. Een vrouw heeft een zakje poeder en strooit dat uit op de torso, bidt en probeert daarna wat poeder terug in het zakje te doen. En ondertussen klinkt er continu het geluid van allemaal stemmen en passeren de mensen ons aan alle kanten. Wat een drukte!

We lopen weer verder, zien nog een hoge toren vol kleurige figuren en komen dan in een ander gedeelte van de tempel. Hier is het veel rustiger. We gaan op een paar treden zitten en zien een oudere man met ontbloot bovenlijf die een grote waaier met pauwenveren in zijn handen heeft. Hij waaiert de mensen die dit gedeelte binnen treden vlak boven hun hoofd. We zien ook iets anders: een kakkerlak.
Verder maar weer. Het is hier lekker rustig en als we een hoek omslaan schijnt aan één kant het zonlicht door de openingen in de wand over het brede gangpad. Dat geeft een mooi effect op de muren en pilaren.
We lopen uiteindelijk een groot vierkant en komen weer aan het beginpunt. Tenminste, bijna. Waar we de heenweg zo lang in de rij hebben gestaan en door het scanpoortje moesten, is geen terugweg. We moeten op blote voeten over de straat terug naar de plek waar we onze spullen hebben ingeleverd. Oeps, wat zijn die straatstenen heet!

Het inlever- en ophaalsysteem blijkt prima te werken, en gewapend met onze kostbaarheden lopen we nog een stukje rondom de tempel. En ik geniet weer van alle dingen die ik om me heen zie. Al die mensen, al die kleuren, al die kraampjes. En daartussen zie ik een tanige oudere man die teiltjes met zand op zijn hoofd draagt en die aan de andere kant van de straat stort. Hij moet kennelijk zelfs op deze dag werken.

We lopen via een smal steegje, vol geparkeerde scooters, naar een wat drukkere weg. Roos houdt een tuktuk aan en we zijn al snel weer bij de parkeerplaats.
Daar loopt een vrouw rond met handgemaakte kleine tasjes. Ze heeft ons al eerder aangesproken en is enigszins vasthoudend. Het laatste wat ze toen zei was: “Maybe later.” Als ze ons opnieuw op de parkeerplaats ziet, komt ze naar me toe en zegt: “Now is later.” Ze vertelt dat haar dochter deze tasjes maakt en wil me er 4 verkopen voor 100 roepies (dat is €1,25)! Maar ik zeg nee, omdat ik niet weet wat ik met die tasjes zou moeten. Pas later, wanneer het tè laat is, heb ik hier enorm spijt van. Deze vrouw probeert op deze manier aan de kost te komen en ik kan dat geld makkelijk missen. Waarom realiseer ik mij dat niet op dat moment?

Nu we hier toch zijn, bekijken we ook meteen het Thirumalai Nayak Palace. Zoals je op de foto’s kan zien, ziet het er schitterend uit. Alle muren en het beeldhouwwerk zijn zachtgeel geverfd met een donkerrode achtergrond. De motieven op de plafonds zijn bij elk gewelf anders en hebben prachtige kleuren.

In een shopje vlakbij het paleis kopen we met handen- en voetenwerk wat koekjes voor onderweg en genieten we meteen van een lekker ijsje.

Moe van alle indrukken keren we naar het hotel terug.
Roos gaat nog even lekker zwemmen en na het avondeten kruipen we op tijd onder de wol.

One thought to “Tempels en paleizen”

Laat een antwoord achter aan Anne Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *