Olifant

De laatste volle dag in Mumbai besteden we aan het bezoeken van Elephanta Island. Dat moet je kennelijk ‘gedaan’ hebben, want iedereen wijst je erop. Van Lonely Planet tot aan de chauffeurs, van Namasté Reizen tot het hotel personeel. Oh, en ook Unesco vindt er wat van, want die hebben de grotten aldaar de status gegeven van World Heritage Site. Tja, dan moet je niet eigenwijs zijn en het gewoon gaan bekijken, toch? De boottocht van een uur vanaf de Gateway of India lijkt ons in ieder geval de moeite waard.

Een vroeg ontbijt (voor ons doen dan) om bijtijds de boot te nemen en zodoende voldoende tijd op het eiland te hebben. We lopen naar de Gateway en kopen kaartjes voor de boot. De persoon die ons die kaartjes verkoopt adviseert ons om wat later te gaan vanwege de lichtval in de grotten. Aan het eind van de ochtend zou je weinig details zien, maar als je voorin de middag vertrekt heb je precies het juiste licht. Wij verwonderen ons daarover, want niemand heeft hieraan eerder gerefereerd. Wanneer hij daarna een aanbod doet voor een stadstour die precies in de wachttijd past, begrijpen wij de opzet en slaan zijn aanbod beleefd af. Ja, maar ik kan u een extra voordelige aanbieding doen en alles kan naar uw wensen worden aangepast. Hij is erg vasthoudend.

Wij schudden de man af en besluiten toch maar nu meteen te vertrekken. Een persoon van de bootmaatschappij wijst ons de weg naar het schip. Hand geven, voorstellen, hij komt uit Cochin, en wat een toestand met die city tour maffia! Haha, hij heeft de gehele affaire van afstand gevolgd en we proeven respect dat we er niet ingestonken zijn.

We stappen één van die karakteristieke boten op waarvan er hier tientallen zijn. Voor een klein bedrag extra mogen we boven zitten en gelukkig is daar nog plaats. Het waait een beetje en dat is heerlijk. We genieten met volle teugen tijdens het dik uur varen. Van de mensen om ons heen, de andere boten, het uitzicht, de wind, een zwerm acrobatische visdiefjes die eten van passagiers proberen te bemachtigen.

Het afmeren bij het eiland past prima bij de staat van de boot en wat we inmiddels in India gewend zijn: creatief functioneel. Begrippen die hier niet bij passen zijn: kwaliteit, nauwkeurigheid en efficiëntie. We weten nog even niet of Jos daar wat van leert 😕

Vanaf het hoofd van de pier waar we hebben afgemeerd, nemen we de toy train naar het dorpje vanwaar je naar de grotten kunt. We hebben nog nooit een treintje op zo’n kromme rails zien rijden. We genieten van alles wat niet deugt en toch werkt.

Hup, uit de trein, langs alle kraampjes met koopwaar en stoer beginnen we aan de 125 treden om naar de grotten te komen. Niet echt een pretje voor Arina’s knieën. Er wordt ons echter een oplossing geboden. Het pad (met die treden dus) naar de grotten blijkt aan beide zijden van begin tot eind omzoomd door meer dan honderd stalletjes met koopwaar. Niet alleen voor buitenlandse toeristen, maar ook voor de vele Indiërs die deze pleisterplaats komen bezoeken. Voor hen zien we gadgets waar de eerste de beste Nederlandse kermisexploitant zich voor zou schamen.
Maar het biedt ons vele mogelijkheden om telkens even stil te staan. En onder het afschudden van twee à drie aanbieders, kunnen die knieën dan weer even rusten.

En zo komen wij boven. Met een geheugen vol van de aanbiedingen die we vooral nog even moeten overwegen om op terugweg alsnog tot zaken te komen.
We betalen de entree voor de grotten en mogen eindelijk die in de bergen uitgehakte Hindoeïstische tempels zien.
Maar wat een kabaal is hier overal! Geen rust, weinig respect, en kennelijk gewoon een attractie waar je de kinderen even lekker kunt laten rondrennen. En jij een selfie kunt maken met een god naar keuze.

Het duurt even voordat we door al het kabaal en vertier heen kunnen kijken. En genieten dan alsnog van een magnifiek staaltje bergbeitelen. Oké Unesco, we begrijpen het.

Daarnaast genieten we ook van belhamelige aapjes, mensen, vogels, natuur en uitzicht.

Terug weer. De treden afgaand kopen we nog een klein miniatuurtje dat we op de heenweg hadden gezien. Een olieschildering op zijde van een kameel, paard en olifant. Wat volgens de verkoper zou staan voor liefde, kracht en geluk. Tja, wat wil een mens nog meer?
Eenmaal weer beneden, komen we nog een flink aantal scharminkelige heilige koeien tegen. En vinden het reuze jammer dat die nou net niet op die rails van de toy train gaan staan. Leek ons een leuk dilemma 😀

Wanneer we terug de boot op willen, worden we zo geleid dat we op een gesloten catamaran uitkomen. En zijn te beduusd om rechtsomkeert te maken om alsnog op een open boot te komen. Met name Arina baalt, maar ook Roos en Jos hadden het graag anders gezien.
Tijdens de vaart heeft Jos nog interessante gesprekken met een Indiase en later met een Hongkongse dame. Tja, zo gaat dat gewoon. Hoor.


Het grote olifantenbeeld waarnaar de Portugezen dit eiland hebben genoemd is niet meer op het eiland. Na een mislukte poging van diezelfde Portugezen om het mee te nemen is het in zee beland. Het is echter op zijn pootjes terecht gekomen, want het staat nu in een museum in Mumbai.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *