Oké, we zijn alweer een paar weken thuis. Hoe kijk ik nu terug op onze uitstap naar India?
Om eerlijk te zijn dwarrelt het nog steeds een beetje in mijn hoofd. De herinneringen en ervaringen buitelen nog wat over elkaar heen. Maar er zijn wel een paar grotere lijnen te onderkennen. Die zet ik op een rij.
Mensen
Dat is toch wel een heel duidelijk en nadrukkelijk aspect: de ontmoeting met de Indiërs. Soms kort, soms wat langer. En een enkele keer ontstaat er een wat verder voerend gesprek. Maar steeds die openheid en ontvankelijkheid. Het oogcontact. De blije en levenslustige blik, die zo makkelijk tot lachen te brengen is.
Ik heb intens genoten van deze contacten. En dan denk ik aan de mensen in Dharavi (zie het bericht hierover). Al die hard werkende mensen met hun open blik en die het duidelijk goed hadden met elkaar. Ik denk aan de chauffeurs en obers, waarmee een korter of langer gesprek soms mogelijk was. Maar ook de ‘fietsgids’ in Kochi (zie Pedalen) en de tribal guides in Sanjay Gandhi National Park (zie Een groene dag) en Periyar Tiger Reserve (zie het gelijknamige bericht). Met name zij gaven een beeld van natuur, cultuur en herkomst. Ik denk ook aan het vele personeel bij de hotels en resorts. Steeds leverden zij hun bijdrage met verve en blijheid, al was het maar door een deur open houden of de bagage weg te brengen. Vaak zichtbaar ontvankelijk voor iets meer dan een oppervlakkig contact.
Maar evenzogoed genoot ik van van de mensen met wie ik geen feitelijk contact had. De mensen op de wegen en straten, in de shops, de auto’s, de taxi’s, de tuktuks. Mensen naast ons in een restaurant, mensen op de stations. Wat veel mooie mensen! Met een gave combinatie van het leven schijnbaar nemend voor wat het is, zonder gelaten of passief te worden. Nooit gehaast, altijd bezig. Ruimte gevend aan die ander, zonder de eigen ruimte op te geven.
Een samenleving dus, maar wel een totaal verschillende dan die wij kennen. En we hebben er zoveel mooie kanten van gezien, dat het in veel aspecten een vervelend contrast geeft met hoe het hier in Nederland gaat.
Romantiseer ik dit nu? Ik weet het niet. Het valt niet geheel uit te sluiten. Maar de positieve waardering is een feit.
Kleuren
Oh, wat missen wij de kleuren om ons heen. Gelukkig hebben we een interieur waarmee we een beetje aan ons trekken komen. Maar wat een grauwe saaie bedoening is het toch in Nederland. We hebben een etagère waarop nu twee lagen Nederlandse snoepjes en een laag Indiase liggen. De kleuren van die laatste laag spetteren er vanaf. Als zelfs de snoepjes…
Wanneer we terugkijken naar de foto’s, dan kunnen we het nu al niet begrijpen dat we er niet compleet tureluurs van werden. Zoveel beeld en kleur was er overal. En toch vonden we het geweldig. Het hoorde daar gewoon. Bij het leven en de dynamiek.
De kleuren van de kleding, met name van de vrouwen. De kleuren van reclames en producten. De kleuren van groente, fruit en kruiden, die werkelijk overal langs de weg worden aangeboden. De kleuren van de vogels, de bloemen en overige natuur. Echt fantastisch.
Geuren
Ook een aspect dat duidelijk in mijn herinnering een plaats heeft. En wonderlijk genoeg ook de afwezigheid van sommige geuren. Met een intimiteitscirkel die zo groot is als de omvang van ieders lichaam, heb ik toch redelijk dicht op vele Indiërs gestaan. En vrijwel nooit heb ik vieze lichaamsgeuren geroken. Maar ook toen we in de enorm smalle doorgangen (van ongeveer één mens breed) tussen de woningen in Dharavi liepen, heb ik geen enkele vieze geur opgevangen. Terwijl daar zo ontzettend veel mensen zo enorm dicht op elkaar wonen.
Anderzijds werden wij soms heerlijke en karakteristieke geuren gewaar. Van orchideeën of andere fraaie bloemen. Van fruit en kruiden. Van eten. En, realiseer ik mij nu, zelden van cosmetica. Dus telkens natuurlijke geuren.
Hoewel. Toen mijn darmen het even niet zo fijn hadden, waren vooral die etensgeuren niet heel erg welkom. Ik herinner mij zeer goed dat toen ik een beetje laveloos op mijn bed in de trein lag, en onze medepassagier rond acht uur in de avond zijn ransel opendeed om een maaltijd te nuttigen, ik de geur van dat Indiase eten even heel erg ver weg wenste.
Verkeer
Dat is echt een verhaal op zich. Oh wat zijn wij toch structopatische controlfreaks. Het kan echt anders!
Verkeersregels zijn in India een baseline waarop de variatie kan plaatsvinden. Zo rijd je in principe links, tenzij er een goede reden is om dat niet te doen. En je stopt voor een rood licht (we hebben opvallend weinig verkeerslichten gezien!), tenzij je best door kunt rijden. En die verkeersagent daar midden op het kruispunt, die probeert jou in principe te helpen. Maar als je vindt dat dat niet nodig is, dan doe je gewoon wat je zelf goed vind.
En zo is het verkeer een samenleving op zich. Waar niemand zich haast, iedereen ruimte geeft aan die ander, en zelf die ruimte ook duidelijk inneemt. Claxonneren doe je in principe om de ander aan te geven dat je er bent of eraan komt. En soms uit protest, maar dat is sporadisch.
Keren op een zeer drukke weg met meerdere stromen is prima mogelijk. Je wacht even tot er zich ietwat ruimte voordoet en begint dan langzaam aan de haarspeldbocht. Iedereen zal rekening met je houden en de ruimte geven. Het is wonderlijk om te zien hoeveel gunning er in dat opzicht is.
Ook het stoppen langs de weg en weer invoegen kan altijd en overal. Bij dat invoegen gebruik je de spiegels overigens niet. Je begint gewoon langzaam te rijden en beweegt evenzolangzaam richting het stromende verkeer. Ook hier weer: er is veel gunning, en uiteindelijk rijd je weer vrolijk met de stroom mee.
Al deze voor ons bijzondere bewegingen gaan geleidelijk en totaal niet grillig. Dat maakt het voor de andere verkeersdeelnemers redelijk voorspelbaar en dus kan je er ook rekening mee houden.
Ik noem dit creatief opportunistisch verkeersgedrag. En beveel het van harte aan!
Klimaat
Het zal menigeen bekend zijn dat wij temperaturen van boven de 24 graden voor langere tijd mijden als de pest. Hoe gaat dat dan als je vier weken rond de 30 graden registreert?
Tja, dat is best warm. En we hebben van tijd tot tijd echt wel, en soms wat langer, de beschutting van onze airconditioned kamer gezocht. Maar toch hebben we er niet van gebaald. Wèl werd het zwaar wanneer de luchtvochtigheid rond of soms zelfs fors boven de 90% kwam. Wat een drukkende bedoening was het dan. Met name in Kochi (zie het gelijknamige bericht) en Muhamma (zie Genieten) hadden we het soms wel even moeilijk. Behalve als je dan zonder beschermende kleding motor gaat rijden. Dat is dan weer helemaal tov!
Daar staat tegenover dat we het klimaat in Munnar (zie Bomen) en Thekkady (zie Natuur en cultuur) heerlijk vonden. Met name omdat de vochtigheid hier wat lager lag en het ’s nachts heerlijk afkoelde.
Natuur
Wat een rijke natuur hebben we aangetroffen! Niet alleen rijk in de zin van mooi en divers, maar ook nuttig. Het lijkt erop dat je met alle bomen en planten wel iets kan doen. Als het niet eetbaar is, dan kan je het als kruid gebruiken, of het kan als grondstof dienen. Er lijkt zo ongeveer van alles te kunnen groeien en bloeien. Teveel om op te noemen.
Leuk om te weten: zowel de thee (Camellia sinensis) als de teakbomen kwamen oorspronkelijk niet voor in India, maar zijn door de Britten aangeplant. De Indiërs zijn ze dankbaar (en niet alleen daarom).
Eten
Dat is een wat complexer verhaal. En echt een goede weerslag kan ik er niet van geven. Het is een enorm complexe keuken. En dan bedoel ik niet de wijze van bereiding, maar meer de geografische diversiteit. Zodanig zelfs dat ik er geen goede lijn in kan vinden. Daarvoor zijn we er toch nog te kort (!) geweest.
En niet alles vind ik lekker. Er zijn toch diverse smaken waarvan ik me afvraag of ik daaraan kan wennen. Nog even afgezien van scherpte en kruidigheid. Wanneer een Indiër overigens aangeeft dat iets toch wel een beetje spicey is, dan is de ervaring dat ik het beter niet kan proberen. Terwijl ik toch best het één en ander aankan.
Maar dat het een verrassend bijzondere keuken is, dat staat wel vast voor mij. Met werkelijk heerlijke smaken, geuren en gerechten. En dan hoeft er echt geen vlees of vis in te zitten. Die Indiërs hebben het heel goed begrepen hoe je een vegetarische maaltijd enorm smakelijk kan laten zijn!
Het is bij het uit eten gaan overigens lastig dat er in de èchte Indiase restaurants geen vertaling of beschrijving op de menukaart staat. Je moet het doen met de Indiase aanduidingen van de gerechten. En dan is het gewoon op goed geluk (nou ja, via een educated guess) iets aanwijzen. Dat bracht ons dan wel weer de beste en meest smaakvolle ervaringen.
Samenvattend
De titel van dit bericht is de samenvatting op zich. Het was geweldig om er te zijn. Als toeschouwer, maar ook soms als deelnemer of als onderdeel. Wanneer we alle strikt toeristische attracties weglaten, dan blijft dat stevig overeind. We waren er. En genoten er uitbundig van.
Vervolg?
Wij houden niet zo van ver en lang reizen. En al zeker niet per vliegtuig, want dat is niet zo goed voor de natuur. En dus was dit een eenmalige reis.
Maar nu we thuis zijn en terugdenken aan wat wij hebben gezien en meegemaakt, dan weten we het nog zo net niet. Tot onze stomme verbazing hebben we het vooralsnog niet uitgesloten dat we nog eens gaan. En Roos heeft aangegeven dat ze dan graag weer mee wil.
We gaan het zien.
De titel van dit bericht is naar een gelijknamige film die wij lang geleden eens zagen. Wij hebben er een DVD van, maar beleven het inmiddels als een erg trage film. Het verhaal en het acteerwerk van Peter Sellers is echter uitmuntend.


























































