We slapen prima op onze huisboot. We gebruiken expres de aanduiding huisboot omdat de term woonboot tekort lijkt te schieten wanneer er zelfs airconditioning is in de slaapkamers. Wat overigens wel een belangrijke reden is dat we goed slapen.
Om half acht staat er een heerlijk ontbijt klaar met toast, mangojam, fruit, thee en koffie. Na zoveel niets doen, gaat dit er goed in.
We varen verder. En zien het ochtendleven langs en op het water. Het is prachtig om te zien hoe het water vervlochten is met het leven hier.
Tegen half tien komen we terug van waar we gisteren vertrokken zijn. De kapitein zoekt naar een plaatsje tussen de enorme hoeveelheid afgemeerde huisboten. Dat valt kennelijk niet mee, want we manoeuvreren aardig wat heen en weer.
Maar na een kwartiertje lukt dat toch. Nu nog een watertaxi aanroepen. Dat duurt even, want we zijn niet de enigen die rond dit tijdstip afmeren en aan wal willen.
Wanneer we worden opgepikt, varen we eerst nog een flink eind verder om nog wat anderen op te halen. Dat blijken een Britse man en zijn zoon te zijn met een flinke hoeveelheid losse bagage. Door leeftijd en lichamelijke conditie komt de man ternauwernood de taxiboot op; het is aandoenlijk om te zien. Het schiet door ons hoofd dat de man mogelijk de koloniale periode nog heeft meegemaakt en met zijn zoon historische plekken bezoekt. We vragen het maar niet.
Chauffeur Aneesh staat weer netjes klaar. Na de bagage ingeladen te hebben gaan we op weg naar onze laatste bestemming: het Purity Resort in Muhamma aan Lake Vembanad.
Het is niet ver rijden, zo’n 25 km, voornamelijk door bewoond gebied. Oh, wat is er weer veel te zien. We blijven ogen en oren tekort komen en genieten iedere keer opnieuw.
Wanneer we de laatste honderden meters afleggen verwonderen wij ons over het weggetje naar het Resort. Uhm, wat gaat dit precies worden?
Wanneer we door een poort rechtsaf gaan, lijkt het er meer op, maar het is wel erg zanderig hier.
Eenmaal binnen voltrekt zich een ware metamorfose. Kijk maar.
Tijdens de voorbereiding van de reis hadden we zo het idee dat we op ons laatste adresje in India misschien best wel vermoeid en vol van alle indrukken aan zouden komen. En dus het beste een gelegenheid konden kiezen met rust en een beetje luxe. Tja, misschien is dat een beetje te goed gelukt. Zeker wanneer we begrijpen dat dit Resort hoofdzakelijk door Europeanen (we rekenen daar de Britten gewoon bij) en Amerikanen wordt bezocht, hebben we de indruk dat we in een blanke vesting zitten. Voelt niet alleszins goed, maar we laten het ons toch maar welgevallen. Met moeite, zoals de oplettende lezertjes zullen realiseren.
Na het inchecken nemen we afscheid van Aneesh. Hij is dertien dagen met ons opgetrokken en we zijn blij met hoe hij ons gechauffeerd en begeleid heeft.
’s Middags zitten we even in de tuin aan het water en genieten van het wijdse uitzicht. Meer nog genieten we van een paar erg mooie vogels (Blue-tailed Bee-eater en Little Egret, vrij vertaald Blauwstaart Bijeneter en Kleine Zilverreiger). Geweldig hoe die kleurrijke jongen rustig zijn kans op een takje afwacht en dan in een feilloze vlucht het gespotte insect met een duidelijk hoorbare klap van de snavel scoort dat boven het water vliegt.
In de avond blijken we in de tuin te eten, die feestelijk verlicht is. Op de achtergrond klinkt zachte Indiase muziek.
De kaart is behoorlijk uitgebreid, maar we besluiten voor het hoofdgerecht iets van de barbecue te kiezen. Zeker als blijkt dat dit geen vrolijk vlammende vleesverschroeier is, maar een uitgebreide buitenkeuken met serieuze kok. Arina bestelt Indiaas gemarineerde kip, Roos tonijn in botersaus en Jos Indiaas gekruide Keralaanse vis (Mahi-Mahi). De kwaliteit blijkt voortreffelijk.
De Indiërs blijken overigens laat te eten. Het vroegste tijdstip dat we in een restaurant terecht konden tijdens de gehele reis is zeven uur. Dat betekent dat we nogal eens met een volle buik gaan slapen. Niet helemaal geweldig. Maar ook dit ongemak trotseren wij met gepaste moed (en soms wat maagtabletten voor Jos).
























